De Wet op de omzetbelasting kent een vrijstelling voor voordrachten, die worden gehouden door publiekrechtelijke lichamen, stichtingen en verenigingen en die strekken tot bevordering van wetenschap of algemene ontwikkeling. Voorwaarde voor de vrijstelling is dat de voordrachten worden gegeven tegen een vergoeding, die in hoofdzaak strekt tot dekking van de kosten.

De vraag in een procedure voor de Hoge Raad is of door een universiteit gegeven cursorisch onderwijs voor ouderen onder de vrijstelling voor voordrachten kan worden gebracht. Een cursus bestaat uit een reeks hoorcolleges. Bij sommige cursussen is een actieve inbreng van de deelnemers gewenst. Vaak wordt een syllabus of aanvullend studiemateriaal verstrekt. De kosten daarvan zijn inbegrepen in het cursusgeld.

Hof Amsterdam heeft het begrip voordracht uitgelegd als het uitspreken van een tekst, die voor een publiek ten gehore wordt gebracht. Volgens het hof vallen de cursussen binnen het bereik van wat in het spraakgebruik wordt aangemerkt als het geven van een voordracht. Voor de toepassing van de vrijstelling is niet van belang of sprake is van een enkele voordracht of een reeks van voordrachten. Dat geldt ook voor het feit, dat sommige cursussen overeenkomsten vertonen met het reguliere en van omzetbelasting vrijgestelde onderwijs. De begrippen onderwijs en het houden van voordrachten sluiten elkaar niet uit, aldus het hof.

De Hoge Raad stelt voorop dat vrijstellingen in de omzetbelasting beperkt moeten worden uitgelegd. Het hof heeft terecht overwogen, dat naar spraakgebruik onder een voordracht wordt verstaan het uitspreken van een tekst, die voor een publiek ten gehore wordt gebracht. De rol van het publiek is daarbij passief en van de toehoorders wordt geen voorbereiding gevergd. Met een voordracht kan kennis worden overgedragen, maar die overdracht is niet voldoende om een voordracht aan te merken als het geven van onderwijs. Een lezing is geen voordracht meer als daarbij studiemateriaal ter beschikking wordt gesteld of als gelegenheid tot inbreng of discussie wordt geboden. De vrijstelling van omzetbelasting voor voordrachten is daarom niet van toepassing op een reeks hoorcolleges. De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Amsterdam vernietigd omdat het hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2024383, 22/00167 | 04-04-2024