In een procedure over de heffing van bpm stond Hof Arnhem-Leeuwarden een beroep van de inspecteur op interne compensatie toe. De terugbetaling van teveel op aangifte betaalde bpm werd verminderd omdat de belanghebbende een te hoge afschrijving wegens schade had toegepast. De belanghebbende ging in cassatie tegen de uitspraak van het hof, omdat interne compensatie in strijd zou zijn met het recht van de Europese Unie. Dat zou volgen uit het arrest Nicula van het Hof van Justitie EU.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het bedrag aan bpm, dat bij de registratie van een uit het buitenland afkomstige gebruikte personenauto moet worden voldaan, is de resultante van diverse elementen. In deze zaak heeft de belanghebbende bij de berekening van het te betalen bedrag aan bpm verschillende fouten gemaakt, zowel in zijn voordeel als in zijn nadeel. Wanneer de inspecteur bij de behandeling van het bezwaar tegen de op aangifte betaalde bpm aanvoert dat de belanghebbende bij de berekening ook een fout in zijn voordeel heeft gemaakt, is de teruggave beperkt tot het bedrag dat hij door de combinatie van gemaakte fouten te veel heeft betaald. Hebben de fouten bij elkaar genomen er niet toe geleid dat te veel belasting is betaald, dan wordt geen teruggaaf verleend. Dat geldt ook als de gemaakte fout in het nadeel van de belanghebbende het gevolg is van miskenning van het recht van de Europese Unie. Er is dan niet in strijd met het recht van de Unie belasting betaald. Het arrest Nicula leidt niet tot een andere slotsom.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2022752, 21/02977 | 26-05-2022