Het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) wordt met ingang van 1 september 2024 gewijzigd. De prejudiciële bevoegdheid van het HvJ EU wordt gedeeltelijk overgedragen aan het Gerecht met ingang van 1 oktober 2024. De overdracht heeft betrekking op zes specifieke aangelegenheden:

  1. het gemeenschappelijk btw-stelsel;
  2. accijnzen;
  3. het douanewetboek;
  4. de tariefindeling van goederen;
  5. compensatie voor en bijstand aan passagiers bij instapweigering of bij vertraging of annulering van vervoersdiensten; en
  6. het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten.

De wijziging van het Statuut voorziet tevens in een uitbreiding van het mechanisme voor voorafgaande toelating van hogere voorzieningen met ingang van 1 september 2024.

Met deze hervorming wordt beoogd de werklast van het HvJ EU op het gebied van prejudiciële verwijzingen te verlichten en het HvJ EU in staat te stellen zijn taak om de eerbiediging van het recht bij de toepassing en de uitlegging van de verdragen te verzekeren binnen redelijke termijnen te blijven vervullen. De hervorming zal het HvJ EU in staat stellen zich te concentreren op zijn taak de eenheid en de samenhang van het Unierecht te beschermen en te versterken. Het Gerecht kan de extra werklast opvangen en zal de doorgezonden prejudiciële vragen zó behandelen dat de nationale rechterlijke instanties en de belanghebbenden verzekerd zijn van dezelfde waarborgen als die welke door het HvJ EU worden geboden.

Bron: Hof van Justitie EU | persbericht | nr. 125/24 | 11-08-2024