De Tweede Kamer heeft het pakket Belastingplan 2025 aangenomen. Zoals gebruikelijk zijn daarbij meerdere wijzigingen aangebracht. Belangrijke wijzigingen zijn de volgende.

  • De vrijstelling groene beleggingen wordt per 1 januari 2025 verlaagd met € 4.000 naar € 26.000. De heffingskorting groene beleggingen daalt van 0,7% naar 0,1%. De vrijstelling en de heffingskorting voor groene beleggingen vervallen per 1 januari 2027.
  • De maximale premiegrondslag voor de jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies in de inkomstenbelasting en de aftoppingsgrens van het pensioengevend loon in de loonbelasting worden in 2025 en 2026 niet geïndexeerd.
  • De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting blijft in stand. De periodieke giftenaftrek in de inkomstenbelasting wordt verruimd van € 250.000 naar € 1,5 miljoen.
  • De algemene heffingskorting is met ingang van 1 januari 2028 ook overdraagbaar voor werkende eenverdieners.
  • Met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2023 wordt een fout in de fiscale rekenregels voor het nettopensioen hersteld.
  • Het budget voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) gaat structureel omhoog. De aftrek voor starters wordt verhoogd van 40% naar 50%. Het tarief van de eerste schijf wordt verhoogd van 32% naar 36%. De eerste schijf wordt verruimd van € 350.000 naar € 380.000.
  • De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt voor de eerste € 400.000 van de loonsom per 1 januari 2025 verhoogd van 1,92% naar 2%. Per 1 januari 2027 wordt dit percentage verder verhoogd naar 2,16.
  • Fiscale constructies in de samenloop van de MIA en de Vamil worden afgeschaft. De indieners van dit amendement hebben niet aangegeven op welke constructies zij doelen.
  • De antifragmentatiemaatregel in de generieke renteaftrekbeperking wordt niet ingevoerd. Deze maatregel houdt in dat de drempel van de renteaftrekbeperking niet meer geldt voor vastgoedlichamen met aan derden verhuurd vastgoed. Het saldo aan rente is niet aftrekbaar voor zover dat nu meer bedraagt dan 20% van de gecorrigeerde winst. Dit percentage wordt niet verhoogd naar 25, maar naar 24,5.
  • De beperking van de reikwijdte van de bedrijfsopvolgingsregelingen en de doorschuifregeling voor een aanmerkelijk belang tot gewone aandelen met een belang van 5% van het geplaatste kapitaal zal tegelijk in werking treden met de familietoets en de verwateringsregeling uit de WAFB 2024. Dit zal gebeuren op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
  • Zodra de salderingsregeling is afgebouwd mogen energiemaatschappijen geen kosten voor terugleveren van stroom meer in rekening brengen. De redelijke vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit moet minimaal 50% van de voor de levering overeengekomen prijs bedragen.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 36602 | 13-11-2024