Ondernemers kunnen de btw, die door andere ondernemers op een factuur in rekening is gebracht, in aftrek brengen. Het recht op aftrek is beperkt tot het gebruik van de afgenomen goederen en diensten voor belaste prestaties. De Europese btw-richtlijn bevat voorschriften waaraan een factuur moet voldoen.

Het Hof van Justitie EU heeft een arrest gewezen over de vraag of een sale-and-leasebackovereenkomst kan worden aangemerkt als een factuur. Dient de overeenkomst alle in de btw-richtlijn 2006 voorgeschreven vermeldingen voor een factuur te bevatten? Zo nee, welke vermeldingen zijn voldoende om een recht op aftrek voor de afnemer te laten ontstaan? Is vereist dat uit de overeenkomst uitdrukkelijk blijkt dat de partijen deze overeenkomst wilden gelijkstellen aan een factuur voor een bepaalde handeling? 

Het beginsel van neutraliteit van de btw brengt mee dat aftrek van voorbelasting wordt toegestaan als aan de materiële voorwaarden is voldaan. De belastingplichtige hoeft niet te voldoen aan alle formele voorwaarden. Eerder heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat de belastingdienst het recht op aftrek van voorbelasting niet mag weigeren wanneer de belastingdienst over de nodige gegevens beschikt om vast te stellen dat is voldaan aan de materiële voorwaarden. Volgens het Hof van Justitie EU geldt dit ongeacht of de btw is vermeld op een document dat het opschrift factuur draagt of op een ander document, zoals een door de partijen gesloten overeenkomst.

Om als factuur te kunnen worden erkend, moet een document ten eerste de btw vermelden en ten tweede de informatie bevatten die nodig is voor de belastingdienst om vast te stellen of is voldaan aan de materiële voorwaarden voor het recht op btw-aftrek. De wil van partijen om een document aan te merken als factuur hoeft niet uit het document te blijken.

In de procedure die de aanleiding voor de prejudiciele vragen vormde, was in een sale-and-leaseback-overeenkomst wel het bedrag van de btw maar niet het tarief vermeld. De lokale rechter dient na te gaan of dat tarief uit die overeenkomst kan worden afgeleid.

Bron: Hof van Justitie EU | jurisprudentie | ECLIEUC2022739, C 235/21 | 28-09-2022