Het lage tarief van de omzetbelasting is onder meer van toepassing op het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. Deze bepaling is gebaseerd op de bepaling in de Europese btw-richtlijn, die de lidstaten van de EU de mogelijkheid biedt om het lage tarief toe te passen op het verlenen van het recht om gebruik te maken van sportaccommodaties.

Het Hof van Justitie EU heeft in dat kader overwogen, dat het recht om gebruik te maken van sportaccommodaties moet worden uitgelegd als het recht om accommodaties te gebruiken, die voor sportbeoefening en lichamelijke opvoeding zijn bestemd met het doel van sportbeoefening voor ogen.

Hof Den Haag is van oordeel dat de terbeschikkingstelling van een app aan abonnees, in combinatie met aanwijzingen voor de inrichting van de ruimte waarin een abonnee sport beoefent, niet kan worden uitgelegd als het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie. Als de ruimte waarin de abonnee zijn oefeningen doet al kwalificeert als een sportaccommodatie, is het recht om hiervan gebruik te maken niet door de exploitant van de app aan de abonnee verleend. De abonnee bepaalt zelf waar hij zijn oefeningen doet, in een ruimte waarvan hij op basis van een andere titel het gebruiksrecht of de eigendom heeft.

Bron: Gerechtshof Den Haag | jurisprudentie | ECLINLGHDHA2022947, BK-21/00684 | 24-05-2022