Een ondernemer mag de omzetbelasting in aftrek brengen, die hem door andere ondernemers voor leveringen en diensten in rekening is gebracht, voor zover de ondernemer die goederen en diensten gebruikt voor belaste handelingen. In beginsel bestaat het recht op aftrek van voorbelasting alleen als er een rechtstreeks en onmiddellijk verband is tussen de afname van een goed of dienst en handelingen waarvoor recht op aftrek bestaat. Als dit verband ontbreekt, bestaat er recht op aftrek van voorbelasting wanneer de kosten deel uitmaken van de algemene kosten en zij zijn opgenomen in de prijs van door de ondernemer geleverde goederen of verrichte diensten. De kosten houden dan rechtstreeks en onmiddellijk verband met de algehele economische activiteit van de ondernemer.

In een procedure voor de rechtbank was in geschil of een ondernemer recht had op aftrek van de omzetbelasting die in rekening was gebracht bij de aanschaf van een partij nikkel. De ondernemer stelde zich op het standpunt dat hij de partij had gekocht in het kader van het beheer van het werkkapitaal. Om meerdere redenen heeft de ondernemer gekozen voor nikkel naast banktegoeden. De rechtbank was van oordeel dat beheer van het werkkapitaal noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. Met betrekking tot leveringen en diensten, die in het kader van het beheer van werkkapitaal plaatsvinden, bestaat een rechtstreeks en onmiddellijk verband met de economische activiteit van de ondernemer. Dat de aankoop van nikkel als zodanig niet noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering maakt niet dat het rechtstreeks en onmiddellijk verband ontbreekt, aldus de rechtbank. De ondernemer had recht op aftrek van de voorbelasting die in rekening is gebracht bij de aankoop van de partij nikkel.

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20221267, BRE 19/3437 | 09-03-2022