Vanaf 1 juli 2028 worden digitale platforms, die kortlopende verhuur van accommodaties en passagiersvervoer faciliteren, btw-plichtig. Deze platforms moeten dan btw afdragen over de via hen aangeboden diensten en krijgen een administratieplicht. Kleine aanbieders via platforms berekenen vaak geen btw, terwijl grotere aanbieders dat wel doen. Dit zorgt voor een ongelijk speelveld, vooral bij accommodatieverhuur. Door de nieuwe regels wordt dit verschil aangepakt. Het kabinet vraagt nu via een internetconsultatie om input voor de wet waarmee dit wordt geregeld.

Wat verandert er?

Platforms worden verantwoordelijk voor het afdragen van btw, tenzij de aanbieder dit zelf doet. Dit geldt voor diensten zoals het verhuren van vakantieverblijven of het aanbieden van ritten via een platform. De verplichting geldt alleen als het platform niet kan aantonen dat de aanbieder zelf btw afdraagt of onder de kleineondernemersregeling (KOR) valt. Voor passagiersvervoer verandert er minder. In Nederland dragen de meeste aanbieders via platforms al btw af. Daarom krijgen deze platforms vooral een administratieverplichting. Zij moeten kunnen aantonen dat de aanbieder ondernemer is en voldoet aan de btw-regels.

Internetconsultatie

Belanghebbenden kunnen tot en met 3 november 2025 reageren op het wetsvoorstel via internetconsultatie.nl. Het kabinet wil met deze input het voorstel verbeteren, bijvoorbeeld door inzicht te krijgen in wat kleinere platforms nodig hebben om hun administratie op orde te krijgen. De nieuwe regels maken deel uit van een breder Europees pakket dat het btw-stelsel moderniseert. Digitalisering zorgt voor nieuwe bedrijfsmodellen, en de wetgeving speelt hierop in.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 02-10-2025