Sinds 1 januari 2021 is het algemene tarief van de overdrachtsbelasting 8%. Vanaf die datum gelden een vrijstelling voor starters en een verlaagd tarief van 2% voor woningen die door de verkrijger als hoofdverblijf gebruikt gaan worden. De overdrachtsbelasting kent geen algehele vrijstelling voor overdrachten tussen woningcorporaties. Wel is het mogelijk om bij taakoverdracht tussen corporaties onder voorwaarden gebruik te maken van een bestaande vrijstelling van overdrachtsbelasting. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2021 is om verduidelijking van deze vrijstelling en de voorwaarden gevraagd.

De vrijstelling geldt voor verkrijgingen in het kader van een taakoverdracht tussen twee of meer kwalificerende verenigingen of algemeen nut beogende instellingen (anbi). Woningcorporaties kunnen worden aangemerkt als anbi. De voorwaarden voor toepassing van de vrijstelling komen erop neer dat het vermogen van de instelling beschikbaar blijft voor het algemeen nut of de verenigingsactiviteiten. Bij een taakoverdracht mogen, naast de overdracht van de activa en passiva die betrekking hebben op de overgedragen taak, geen andere prestaties worden bedongen, anders dan een symbolische koopsom van € 1.

Aan de voorwaarde, dat geen koopsom of andere prestatie mag worden bedongen, kan niet worden voldaan in de situatie waarin van overheidswege een overnamesom dient te worden bedongen tot aan een voorgeschreven waarde voor de overgedragen zaken. Dit kan zich voordoen bij woningcorporaties in saneringssituaties of in sectoren zoals het onderwijs of de gezondheidszorg. Door de wijziging van het besluit is de vrijstelling ook van toepassing als van overheidswege een aanvullende koopsom of andere prestatie bedongen wordt. Deze maatregel werkt terug tot en met 1 oktober 2020.

Om de vrijstelling voor niet-saneringssituaties van woningcorporaties beter te kunnen benutten wordt door de minister van BZK het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 aangepast. Het gaat om de nadere voorschriften bij de vervreemding van onroerende zaken door woningcorporaties. Er wordt een verplichte overnamesom voorgeschreven. Deze aanpassing treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021.

Vanaf 1 april 2021 geldt voor de toepassing van de startersvrijstelling een woningwaardegrens. Het totaal van de waarde van de woning of rechten waaraan deze is onderworpen en tot die woning behorende aanhorigheden mag niet uitkomen boven € 400.000. Verduidelijkt is dat met waarde wordt bedoeld de waarde in het economische verkeer van de woning op het moment van de verkrijging of de hogere koopsom. Met een eventuele verlaging van de maatstaf van heffing van de overdrachtsbelasting wordt geen rekening gehouden bij de waardebepaling.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | nr. 2021-000854 Staatsblad 2021, 357 | 06-07-2021