De verhuur van onroerende zaken is, behoudens enkele uitzonderingen, vrijgesteld van omzetbelasting. Onder verhuur van onroerende zaken wordt ook verstaan iedere andere vorm waarin onroerende zaken voor gebruik ter beschikking worden gesteld. Volgens vaste rechtspraak wordt verhuur gekenmerkt door het feit dat de huurder voor een bepaalde tijd een recht verkrijgt om tegen betaling een onroerende zaak te gebruiken als ware hij de eigenaar ervan, met uitsluiting van anderen. Verhuur is volgens het Hof van Justitie EU een betrekkelijk passieve activiteit die geen toegevoegde waarde van betekenis oplevert. Het passieve karakter van de activiteit wordt bepaald door de aard van de handeling zelf en kan worden afgeleid uit de omstandigheid dat de betaling enkel verband houdt met de duur van het gebruik van het goed door de huurder.

Bij de beantwoording van de vraag of een prestatie, die ook andere activiteiten dan het ter beschikking stellen van een onroerende zaak omvat, toch als verhuur van een onroerende zaak moet worden aangemerkt, moet worden beoordeeld of deze andere activiteiten van bijkomstige aard zijn. De omstandigheid dat de huurder een ruimte huurt vanwege de aangeboden extra diensten, sluit niet uit dat sprake is van de enkele verhuur van een onroerende zaak.

Hof Den Bosch heeft onlangs geoordeeld dat de verhuur van muziekstudio’s ondanks de aanvullende dienstverlening door de verhuurder moest worden gekarakteriseerd als de verhuur van onroerende zaken. De werkzaamheden die de verhuurder verrichtte, omvatten niet veel meer dan de handelingen die een verhuurder van een onroerende zaak normaal gesproken verricht. De werkzaamheden bestonden uit het onderhoud en de controle van de door de verhuurder beschikbaar gestelde muziekinstrumenten en –installaties en schoonmaak van de ruimten. De verhuurder bood enkele optionele diensten aan, maar onduidelijk was of de huurders daarvan gebruik hebben gemaakt.

Bron: Hof Den Bosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE2021114, 19/00772 | 20-01-2021