De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (A-G) heeft een conclusie gewijd aan de vraag of aan een fiscale eenheid voor de omzetbelasting een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. De procedure waarop de conclusie betrekking heeft, betreft een vergrijpboete, die na een boekenonderzoek is opgelegd. De fiscale eenheid bestaat uit een tweetal vennootschappen. Na het onderzoek zijn naheffingsaanslagen omzetbelasting, rente- en boetebeschikkingen opgelegd. De fiscale eenheid bestrijdt in cassatie het bestaan van een wettelijke grondslag voor het opleggen van de vergrijpboeten aan haar. Volgens Hof Den Bosch is die basis er wel.

De belanghebbende in de procedure betoogt dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht een fiscale bestuurlijke boete slechts kan worden opgelegd aan natuurlijke personen, rechtspersonen, vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, maatschappen, rederijen en doelvermogens. Een fiscale eenheid voor de omzetbelasting valt niet onder deze opsomming. De Algemene wet bestuursrecht is sinds de invoering daarvan de wettelijke regeling voor het opleggen van boeten in het bestuursrecht, waaronder het fiscale recht. De Algemene wet bestuursrecht sluit aan bij het strafrecht voor wat betreft de subjecten die beboetbare gedragingen kunnen begaan. In andere wetten kan worden afgeweken van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, maar dat moet dan wel expliciet worden vermeld.

De boetebepalingen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepalen niet uitdrukkelijk dat daarmee wordt afgeweken van de Algemene wet bestuursrecht. Deze boetebepaling in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bestonden al voor de invoering van de Algemene wet bestuursrecht. Diverse boetebepalingen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn gericht op de belastingplichtige en wijken daarmee af van de Algemene wet bestuursrecht voor wat betreft het subject dat beboetbare gedragingen kan begaan.

De A-G is van mening dat niet naar analogie van het strafrecht moet worden geconcludeerd dat geen bestuurlijke boete kan worden opgelegd aan een fiscale eenheid omzetbelasting.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR20201208, 19/03179 | 30-12-2020