Omzetbelasting wordt op grond van de Wet OB 1968 geheven ter zake van leveringen van goederen en diensten die in Nederland door een ondernemer onder bezwarende titel worden verricht. Een dienst wordt onder bezwarende titel verricht als de door de dienstverrichter ontvangen vergoeding de tegenwaarde voor de aan de ontvanger verleende dienst vormt. Tussen de verrichte dienst en de ontvangen tegenwaarde moet een rechtstreeks verband bestaan.

Een procedure voor de Rechtbank Den Haag betrof de vraag of de door een vereniging van liefhebbers van terreinvoertuigen ontvangen contributie belast is met omzetbelasting. De Belastingdienst stelde dat er een rechtstreeks verband is tussen de betaling van de contributie en de activiteiten van de vereniging. De leden kregen door betaling van contributie het recht om deel te nemen aan de evenementen, die de vereniging organiseert. Of een lid deelneemt aan een evenement is volgens de Belastingdienst niet van belang. Het rechtstreekse verband tussen contributie en activiteiten van de vereniging volgt volgens de Belastingdienst ook met de verrekening van het bedrag dat een niet-lid betaalt voor een evenement met de contributie als hij alsnog lid wordt.

De rechtbank deelt de opvatting van de Belastingdienst niet. De leden kunnen het organiseren van aangekondigde evenementen niet afdwingen. De vereniging is niet verplicht het aangekondigde aantal van elf evenementen per jaar te organiseren. Ook al zouden leden contributie betalen om aan de evenementen deel te kunnen nemen, dan wil dat nog niet zeggen dat de evenementen worden georganiseerd om contributie te verkrijgen. Het verbant tussen de contributie en de evenementen is te los om de contributie te kunnen belasten.

Bron: Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLINLRBDHA202319116, SGR 22/7140 | 02-10-2023