Vrijstellingen van omzetbelasting moeten volgens vaste rechtspraak strikt worden uitgelegd. De uitleg moet wel in overeenstemming zijn met de doelstelling van de vrijstellingen en rekening houden met het beginsel van fiscale neutraliteit. De uitleg mag niet zo strikt zijn dat de vrijstelling geen effect meer sorteert.

De Europese btw-richtlijn bevat vrijstellingen van omzetbelasting voor bepaalde activiteiten van algemeen belang. Het betreft onder meer een vrijstelling voor diensten van medici en paramedici en voor diensten en leveringen die samenhangen met maatschappelijk werk en de sociale zekerheid, voor zover deze worden verricht door publiekrechtelijke lichamen of door organisaties die als instellingen van sociale aard zijn erkend. Van de vrijstelling zijn uitgesloten leveringen en diensten die niet onontbeerlijk zijn voor het verrichten van de vrijgestelde handelingen.

Het Hof van Justitie EU heeft prejudiciële vragen beantwoord van het Bundesfinanzhof, de hoogste Duitse rechter in belastingzaken over de toepassing van de btw-vrijstelling op door een vrijgestelde zorgkas ingekochte adviezen. De adviezen hadden betrekking op de zorgbehoefte van bij de zorgkas verzekerde personen.

Volgens het Hof van Justitie EU zijn de adviezen diensten, die nauw samenhangen met maatschappelijk werk en met de sociale zekerheid op voorwaarde dat het voor het naar behoren verrichten van handelingen op dit gebied onontbeerlijk is dat de adviseur die adviezen opstelt. De lidstaten hebben echter de bevoegdheid om de adviseur de erkenning als instelling van sociale aard te ontzeggen. Dat kan ook als de adviseur zijn diensten verricht als opdrachtnemer van een erkende instelling van sociale aard en de kosten van de adviezen worden gedragen door deze instelling.

Bron: Hof van Justitie EU | jurisprudentie | ECLIEUC2020811, C 657/19 | 07-10-2020