De levering van een onroerende zaak is in beginsel vrijgesteld van omzetbelasting. Er geldt een uitzondering op de vrijstelling voor de levering van een bouwterrein. Een bouwterrein is onbebouwde grond, die bestemd is om te worden bebouwd met een of meer gebouwen. Ook een perceel grond waarop een oud gebouw staat ten tijde van de levering kan een bouwterrein zijn. De verkoper dient zich daartoe verbonden te hebben om voor eigen rekening en risico het gebouw te slopen. Met de sloop moet al vóór de levering zijn begonnen. Niet van belang is hoe ver de sloop ten tijde van de levering is gevorderd.
De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2018 overwogen dat voor de beoordeling of een bouwterrein wordt geleverd niet enkel de contractuele bepalingen van belang zijn, maar ook de omstandigheden voorafgaand en ten tijde van de levering. Tot die omstandigheden rekent de Hoge Raad ook de intentie van de betrokken partijen, mits deze met objectieve gegevens wordt ondersteund.
De rechtbank Noord-Holland concludeert in een procedure dat geen sprake is van de levering van een bouwterrein. Partijen hadden wel de intentie om een bouwterrein te leveren. Geleverd is een perceel grond, met daarop nog een oud ziekenhuiscomplex. Volgens de koopovereenkomst heeft de verkoper zich verplicht tot het slopen van het ziekenhuiscomplex. De opdracht tot sloop, inclusief de gehele zeggenschap en de verantwoordelijkheid daarvoor, is aan de koper verstrekt. Voorafgaand aan de levering is aangevangen met de sloop. De kosten van de sloopwerkzaamheden zijn in de koopsom verdisconteerd. De rechtbank acht niet aannemelijk dat de sloop voor rekening en risico van de verkoper heeft plaatsgevonden. Uit de koopovereenkomst, de akte van levering en de sloopovereenkomst volgt immers uitdrukkelijk dat de sloop voor rekening en risico van de koper zou komen.