Het Hof van Justitie EU heeft onlangs in antwoord op prejudiciële vragen geoordeeld dat vermakelijkheids- of amusementsdiensten worden verricht op de plaats waar het bedrijf van de dienstverlener is gevestigd. Bij gebreke van een vestigingsplaats is de woonplaats of de gebruikelijke verblijfplaats van de dienstverlener de plaats van dienst.

Het arrest heeft betrekking op het aanbieden van webcamsessies door een in Nederland gevestigde ondernemer. De feitelijke activiteiten voor de webcams vonden plaats op de Filipijnen. Eerder in de procedure had Hof Den Bosch geoordeeld dat de plaats van dienst daar was waar de activiteiten feitelijk werden verricht. Dat zou betekenen dat geen Nederlandse omzetbelasting is verschuldigd over de vergoeding. Uit het arrest van het Hof van Justitie EU volgt echter dat de diensten in Nederland in de heffing van omzetbelasting moeten worden betrokken.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20191230, 15/04171bis | 08-08-2019