Een ondernemer voor de omzetbelasting dient in beginsel op facturen voor door hem verrichte leveringen en diensten omzetbelasting in rekening te brengen.
Een projectontwikkelaar heeft voor een project, dat met een andere ondernemer werd uitgevoerd, werkzaamheden verricht. Voor deze werkzaamheden zijn in totaal zes facturen met omzetbelasting uitgereikt. De andere ondernemer heeft deze facturen betaald, maar de projectontwikkelaar heeft de in rekening gebrachte omzetbelasting niet afgedragen. Na een boekenonderzoek heeft de Belastingdienst de omzetbelasting nageheven. De projectontwikkelaar meende dat geen omzetbelasting verschuldigd was, omdat sprake was van een partageovereenkomst. Bij een dergelijke overeenkomst delen partijen de winst en worden onderlinge werkzaamheden niet onder bezwarende titel verricht.
De rechtbank is van oordeel dat de projectontwikkelaar er niet in is geslaagd te bewijzen dat voldaan is aan de voorwaarden van een partageovereenkomst. De projectontwikkelaar beriep zich op het bestaan van een mondelinge afspraak en op een achteraf opgestelde overeenkomst. Daaruit bleek niet hoe partijen zouden gaan samenwerken of wie welke werkzaamheden zou verrichten. Gelet op het feit dat de projectontwikkelaar facturen met omzetbelasting heeft uitgereikt, die ook zijn betaald, vond de rechtbank aannemelijk dat de projectontwikkelaar prestaties onder bezwarende titel heeft verricht. De omzetbelasting is terecht nageheven.