Ondernemers hebben onder voorwaarden recht op aftrek van omzetbelasting die andere ondernemers aan hen in rekening hebben gebracht. Een van de voorwaarden is dat er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de uitgaven en de prestaties, die de ondernemer verricht. Wanneer een uitgave niet ten behoeve van een belastbare activiteit van de ondernemer is gedaan, ontbreekt dat verband. Dat doet zich voor als de ondernemer de desbetreffende uitgave ook zou hebben gedaan wanneer hij geen belastbare economische activiteit had uitgeoefend.

In een procedure over de omzetbelasting was in geschil of er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestond tussen de aanschaf van een nieuwbouwwoning en de belaste verhuur van een werkkamer in de woning aan de bv van de eigenaren. De inspecteur bestreed dat. Naar zijn mening zouden de eigenaren de woning ook zonder verhuur hebben aangeschaft. Van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de verwerving en de verhuur is daarom geen sprake, aldus de inspecteur. 

De rechtbank is van oordeel dat de eigenaren niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij de woning hebben verworven met als doel een deel ervan belast te gaan verhuren. Dit volgt niet uit de opgestelde huurovereenkomst en ook niet uit de correspondentie met de inspecteur. Deze stukken bieden onvoldoende aanknopingspunten en zijn geruime tijd na het aangaan van de koop-/aanneemovereenkomst van de woning opgesteld. Volgens de rechtbank zouden de eigenaren de woning ook zonder de verhuur van de werkkamer hebben gekocht om daarin te gaan wonen. Het vereiste rechtstreekse verband tussen de verwerving en de verhuur ontbreekt, zodat er geen recht is op aftrek van een deel van de omzetbelasting die drukt op de aanschaf van de woning.

De rechtbank heeft ook de vraag behandeld of opteren voor belaste verhuur van de werkkamer mogelijk is. Volgens de rechtbank is dit niet het geval, omdat de zolderverdieping, waarop de werkkamer zich bevindt, mede privé wordt gebruikt. Op die verdieping bevinden zich de cv-installatie en de wasruimte. De rechtbank vindt de verklaring van de eigenaren, dat de zolderverdieping slechts sporadisch privé wordt gebruikt, ongeloofwaardig.

Bron: Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLINLRBGEL20249160, ARN 22/4562 en 23/132 | 17-12-2024