Op het verlenen van toegang tot circussen, dierentuinen, attractieparken en andere primair voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen is het lage tarief voor de omzetbelasting van toepassing. Het betreft evenementen en voorzieningen die voor het publiek toegankelijk zijn tegen de voorafgaande betaling van een toegangsrecht. Door betaling van het toegangsrecht krijgt een persoon het recht gezamenlijk met anderen gebruik te maken van de voor die evenementen en voorzieningen kenmerkende culturele diensten en ontspanning. 

Uit een kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst volgt dat het lage tarief ook geldt voor toegang tot een escaperoom. 

Met een beroep op dit kennisgroepstandpunt claimde de exploitant van karaokecabines de toepassing van het lage tarief voor zijn activiteiten. Hof Amsterdam oordeelt dat de exploitatie van de karaokecabines niet kan worden aangemerkt als het verlenen van toegang tot een primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorziening. Volgens het hof is het niet zo dat ieder die een toegangsrecht betaalt gezamenlijk met anderen, die ook dat toegangsrecht betalen, gebruik kan maken van een karaokecabine. De cabines hebben niet de kenmerken van een “voorziening”. De exploitant verleent volgens het hof geen ‘toegang’ in de zin van de wet. Degene, die de cabine boekt, bepaalt wie tot de cabine wordt toegelaten.

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS20232768, 22/00245 | 18-09-2023