Een ondernemer voor de omzetbelasting heeft recht op aftrek van voorbelasting. Dat is de omzetbelasting die andere ondernemers aan hem in rekening brengen voor de levering van goederen of het verrichten van diensten, die door de ondernemer worden gebruikt voor door hem te verrichten belaste prestaties. Voor het recht op aftrek van voorbelasting dient er een rechtstreeks en onmiddellijk verband te bestaan tussen de afname van een goed of dienst in een eerder stadium en een of meer verrichte handelingen in een later stadium, waarvoor recht op aftrek bestaat. Ontbreekt dat verband, dan bestaat er recht op aftrek van voorbelasting als de kosten voor de betrokken goederen of diensten deel uitmaken van de algemene kosten van de belastingplichtige en zijn opgenomen in de prijs van de door hem verrichte prestaties. Het vereiste rechtstreekse en onmiddellijke verband ontbreekt als de ondernemer de uitgave toch zou hebben gedaan wanneer hij geen belastbare economische activiteit had uitgeoefend.

Een exploitant van zonnepanelen claimde de aftrek van een deel van de omzetbelasting die drukte op de kosten van het dak van zijn nieuwbouwhuis en van de aan het huis bevestigde overkapping. De zonnepanelen waren deels op het dak en deels op de overkapping geplaatst. Naar het oordeel van Hof Arnhem Leeuwarden zou de exploitant de kosten voor de bouw van de woning en de overkapping ook hebben gemaakt wanneer hij geen zonnepanelen zou hebben aangeschaft. Daarom kan niet worden gezegd dat deze uitgaven zijn gedaan ten behoeve van het met zonnepanelen opwekken en tegen vergoeding leveren van energie. De kosten voor de bouw van de woning en de overkapping maken geen deel uit van de algemene kosten voor het opwekken van energie. De exploitant heeft geen recht op de geclaimde aftrek van omzetbelasting.

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20221775, 21/00392 | 07-03-2022