De Advocaat-Generaal bij het Hof van Justitie EU (A-G) heeft een conclusie gewijd aan een procedure over een zogenaamde intracommunautaire driehoekstransactie. Dat is een ABC-transactie waarbij ondernemers in drie lidstaten zijn betrokken. De ABC-transactie houdt in dat een goed wordt verkocht door ondernemer A aan ondernemer B, die het doorverkoopt aan ondernemer C. De levering vindt vervolgens plaats door A aan C.

De reguliere wijze van verwerking voor de omzetbelasting is als volgt. De eerste transactie is een vrijgestelde intracommunautaire levering, die wordt gevolgd door een intracommunautaire verwerving door ondernemer B in het land van bestemming, gevolgd door een binnenlandse levering door B aan C. Tot op het tijdstip waarop wordt aangetoond dat de verwerving in het land van bestemming met btw is belast, moet B in het land waar hij is gevestigd belasting betalen over een intracommunautaire verwerving.

Ondernemer B kan gebruik maken van een vereenvoudigde regeling, waardoor hij zich in het land van bestemming niet hoeft te registreren. Ook hoeft hij geen intracommunautaire verwerving aan te geven, omdat de omzetbelasting wordt verlegd naar de laatste onderneming in de keten. Op de factuur moet vermeld worden dat de belastingschuld wordt verlegd.

In de procedure, die nu bij het Hof van Justitie EU aanhangig is, ontbreekt de vermelding op de factuur van ondernemer B dat de omzetbelasting is verlegd. Op de factuur is vermeld dat het een van btw vrijgestelde intracommunautaire driehoekstransactie betreft. Volgens de A-G is die vermelding onvoldoende om de vereenvoudigde regeling toe te kunnen passen. De tweede ondernemer in de driehoekstransactie heeft de keuze om de vereenvoudigde regeling toe te passen. Die keuze heeft gevolgen voor de uiteindelijke afnemer van de levering. Door de keuze voor de vereenvoudigde regeling wordt de afnemer degene die de omzetbelasting moet voldoen aan de belastingdienst. De vermelding „btw verlegd” op de factuur is nodig om hem hiervan op de hoogte te stellen. Een factuur waarop niet afzonderlijk btw is vermeld, geeft slechts aan dat de leverancier ervan uitgaat dat hij geen btw hoeft te innen van zijn afnemer. Het ontbreken van een btw-bedrag op een factuur betekent niet automatisch dat de belastingschuld naar de afnemer wordt verlegd.

Door het ontbreken van een factuur met de vermelding dat de belastingschuld naar de afnemer wordt verlegd, geldt de normale behandeling van de ketentransactie. Dat betekent dat ondernemer B in het land van bestemming van de goederen een intracommunautaire verwerving dient aan te geven en, zolang niet is aangetoond dat dit is gebeurd, ook in het land waar hij is gevestigd een intracommunautaire verwerving aan te geven. Vervolgens dient ondernemer B ook de levering aan ondernemer C in het land van bestemming aan de btw te onderwerpen.

Bron: Hof van Justitie EU | Conclusie AG | ECLIEUC2022588, Zaak C 247/21 | 13-07-2022