De minister van Financiën heeft een besluit uit 2014 over de toepassing van de margeregeling in de omzetbelasting gewijzigd in verband met de nieuwe kleineondernemersregeling (KOR).

Het Hof van Justitie van de EU heeft beslist dat de omzet die als maatstaf dient voor de toepassing van de KOR niet wordt gevormd door de belaste marge maar door de omzet exclusief btw. Een ondernemer die de nieuwe KOR toepast mag voor zijn leveringen en diensten geen btw op de factuur mag vermelden. Als een kleine ondernemer een gebruikte roerende zaak levert waarop hij afschrijft of zou kunnen afschrijven, kan de wederverkoper dat goed met toepassing van de margeregeling verkopen. De leverancier van de gebruikte roerende zaak moet op het moment van deze levering de vrijstelling toepassen. Het is niet relevant welk btw-regime op de leverancier van toepassing was toen hij het bedrijfsmiddel aanschafte en of hij de btw toen in aftrek heeft kunnen brengen. De margeregeling geldt niet voor de uit ongebruikte goederen bestaande handelsvoorraad van btw-vrijgestelde kleine ondernemers. De margeregeling kan wel worden toegepast als een btw-vrijgestelde kleine ondernemer in zijn hoedanigheid van wederverkoper handelsgoederen levert aan een andere wederverkoper.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | 2019, nr. 25271, Staatscourant 2019 nr. 66217 | 09-01-2020