De omzetbelasting kent een vrijstelling voor het verzorgen van onderwijs. De vrijstelling geldt ook voor nauw met vrijgesteld onderwijs samenhangende leveringen en diensten. In het Besluit onderwijsvrijstelling omzetbelasting van de staatssecretaris van Financiën komen de reikwijdte van de vrijstelling en het beleid op dit gebied aan de orde. De staatssecretaris heeft het besluit geactualiseerd.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
- Als gevolg van een arrest van de Hoge Raad van 19 juni 2020 wordt het verzorgen van openbaar onderwijs per die datum niet meer aangemerkt als het handelen als overheid.
- Voor de toepassing van de vrijstelling voor het onderwijs door internationale, buitenlandse en ambassadescholen volstaat toezicht door een buitenlandse autoriteit of door een erkende accreditatieorganisatie.
- Het afnemen van examens kan ook vallen onder de onderwijsvrijstelling, mits de ondernemer die de examens afneemt kwalificeert als onderwijsinstelling. De vrijstelling geldt alleen voor examens ter toelating of afsluiting van vrijgesteld onderwijs.
- Elektronisch, op afstand of online verzorgd onderwijs kan worden beschouwd als ‘het overbrengen van kennis en/of vaardigheden door een leerkracht’ mits de mogelijkheid tot interactie tussen docent en leerling aanwezig is.
- Onder voorwaarden is de vrijstelling van toepassing op door externe ondernemers verrichte onderwijsactiviteiten, die deel uitmaken van het curriculum van regulier vrijgesteld onderwijs.
- Gebarentaalonderwijs wordt aangemerkt als een vorm van taalonderwijs.
- Scriptiebegeleiding valt onder voorwaarden onder de vrijstelling. Tekstservice valt niet onder de vrijstelling.
Bron: Ministerie van Financiën | besluit | nr. 2024-25032, Staatscourant 2025 nr. 3488 | 10-02-2025