De staatssecretaris van Financiën heeft het besluit betreffende de onderwijsvrijstelling in de omzetbelasting gewijzigd. Het onderdeel over de reikwijdte van de onderwijsvrijstelling bij samenwerkende onderwijsinstellingen is uit het besluit gehaald en opgenomen in een afzonderlijk besluit. Dit is het gevolg van het op 22 januari 2016 door de Hoge Raad gewezen VAVO-arrest. In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat, in de situatie dat twee onderwijsinstellingen in samenwerking vrijgesteld onderwijs aanboden, onderwijsondersteunende diensten onderdeel kunnen zijn van de btw-vrijgestelde onderwijsprestatie die iedere onderwijsinstelling verricht in het kader van de samenwerking. Het arrest ziet op de toepassing van het leerstuk ‘eenheid van prestatie’. In het nieuwe besluit wordt nader ingegaan op de reikwijdte van het arrest. De toepassing van het leerstuk ‘eenheid van prestatie’ is niet beperkt tot de onderwijssector.
Aanpassing besluit onderwijsvrijstelling, nieuw besluit “eenheid van prestatie”
Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2019 nr. 49313 | 12-09-2019
Door Henk-Jan Steller|
Over de auteur: Henk-Jan Steller
Henk Jan studeerde fiscaal recht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij is een eigenwijze gepassioneerde specialist met een geheel eigen aanpak. Recht door zee, to the the point en analytisch sterk. Henk Jan heeft ruime ervaring in de BTW-praktijk en heeft in 2006 BTW Nederland opgericht.