Het EVRM bepaalt onder meer dat niemand kan worden gedwongen mee te werken aan zijn eigen veroordeling (het nemo-teneturbeginsel). De Hoge Raad heeft in een arrest omwille van de rechtsontwikkeling en met het oog op duidelijkheid voor de rechtspraktijk een uiteenzetting gegeven over de vraag of de verplichting om een suppletieaangifte te doen voor de omzetbelasting een schending inhoudt van het nemo-teneturbeginsel. Hof Den Haag had geoordeeld dat het voldoen aan de wettelijke verplichting tot tijdig melden dat een onjuiste aangifte is gedaan op geen enkele wijze leidt tot bestraffing of beboeting.
Zodra een belastingplichtige constateert dat hij in de afgelopen vijf kalenderjaren een aangifte voor de omzetbelasting onjuist of onvolledig heeft gedaan, is hij verplicht alsnog de juiste en volledige gegevens te verstrekken. Die verplichting is opgenomen in het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting. De suppletie moet worden gedaan voordat de belastingplichtige weet of moet vermoeden dat de inspecteur op de hoogte is van de onjuistheid of onvolledigheid van de aangifte. De suppletie moet zo spoedig mogelijk gedaan worden op de door de inspecteur aangegeven wijze. Dat houdt in dat de belastingplichtige met een formulier van de Belastingdienst meldt dat en hoeveel omzetbelasting hij in een bepaald tijdvak te veel of te weinig op aangifte heeft voldaan. Het niet, te laat of op andere dan de aangegeven wijze doen van suppletie wordt in het Uitvoeringsbesluit aangemerkt als een overtreding. In geval van opzet of grove schuld kan daarvoor een boete worden opgelegd van maximaal 100% van het bedrag aan belasting dat door het niet nakomen van de suppletieplicht niet is of zou zijn geheven.
Volgens vaste rechtspraak van het EHRM staat het nemo-teneturbeginsel niet in de weg aan de verplichting voor een belastingplichtige om informatie te verschaffen ten behoeve van een juiste belastingheffing. Het nemo-teneturbeginsel staat er daarom evenmin aan in de weg dat aan een belastingplichtige, die geen suppletieaangifte doet, een bestuurlijke boete wordt opgelegd.
De door de belastingplichtige verstrekte informatie in een suppletieaangifte mag niet worden gebruikt voor het bewijs dat de belastingplichtige een beboetbaar of strafbaar feit heeft begaan.