De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit met beleid over de toepassing van het lage tarief en de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting gepubliceerd. Per 1 januari 2021 geldt voor de verkrijging van woningen het lage tarief van 2% alleen onder voorwaarden. Nieuw is de invoering van een startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Het besluit bevat twee goedkeuringen.
De eerste goedkeuring betreft de toepassing van het lage tarief of de startersvrijstelling in het geval zich een onvoorziene omstandigheid voordoet ná de ondertekening van de koopovereenkomst maar vóór het tijdstip van de levering waardoor de woning niet als eigen hoofdverblijf zal worden gebruikt. Onder voorwaarden is dan toch het verlaagde tarief van 2% of de startersvrijstelling van toepassing. Voorbeelden van onvoorziene omstandigheden zijn het verloren gaan van de woning, het overlijden van een verkrijger, echtscheiding van de verkrijgers, het aanvaarden of verlies van een baan of emigratie.
De tweede goedkeuring betreft de toepassing van de startersvrijstelling bij de verkrijging op dezelfde dag van zowel een beperkt recht op een woning als de blote eigendom van dezelfde woning. De goedkeuring is nodig omdat de startersvrijstelling maar voor één verkrijging kan worden gebruikt.