Zuiveringsheffing wordt geheven voor het afvoeren van afvalwater. De gebruiker van een bedrijfsruimte of een woonruimte is degene die aan de heffing is onderworpen. De gebruiker van een bedrijfsruimte die een deel daarvan in gebruik heeft gegeven aan een ander is wettelijk bevoegd om de zuiveringsheffing te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven. Woonruimten op een verblijfsrecreatieterrein worden voor de zuiveringsheffing als één bedrijfsruimte of als onderdeel van een bedrijfsruimte aangemerkt.

De exploitant van een recreatiepark verhaalde de zuiveringsheffing op de recreanten. De vraag was of daarover omzetbelasting moest worden berekend. De exploitant meende van niet omdat hij geen prestatie verrichtte waarvoor de betaling van zuiveringsheffing een vergoeding vormde. De Belastingdienst meende dat de vergoeding samenhing met de levering van het water aan de recreanten en daarom belast was. De parkexploitant merkte op dat de levering van water geen afzonderlijke prestatie was, maar opging in het geven van gelegenheid tot recreëren. De rechtbank deelde de opvatting dat de levering van water aan recreanten voor hen geen doel op zich was maar een onderdeel van de mogelijkheid om op het park te recreëren en te verblijven. De hoofdprestatie is belast naar het lage tarief. 

De parkexploitant meende dat de verhaalde zuiveringsheffing desondanks niet was onderworpen aan omzetbelasting, omdat sprake was van zogenaamde uitschotten van belasting. Een uitschot van belasting is een bedrag dat door een dienstverrichter voor de belastingplichtige wordt betaald en vervolgens aan hem wordt doorbelast. Over uitschotten van belasting hoeft geen omzetbelasting te worden berekend. Volgens de rechtbank verhindert het feit dat de parkexploitant door de wet is aangewezen als degene die de heffing moet betalen niet dat sprake is van uitschotten. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad uit 1985 over de doorberekening van toeristenbelasting door een campinghouder aan zijn gasten. De rechtbank merkt daarbij op dat de bedoeling van de zuiveringsheffing is dat de vervuiler betaalt en dat de exploitant in de heffing wordt betrokken om de uitvoering te vereenvoudigen.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBGEL20191951, AWB 17/6313, 17/6314 en 17/6316 | 22-05-2019