De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit over de toepassing van de medische vrijstelling in de omzetbelasting gewijzigd. Dat is gedaan naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad uit 2022 en een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden uit 2020 inzake gezondheidskundige diensten van een medisch pedicure.
De medische vrijstelling kan van toepassing zijn op medische beroepsbeoefenaren, die niet onder het bereik van de Wet BIG vallen en op Wet BIG-beroepsbeoefenaren, die zich buiten hun deskundigheidsgebied bezighouden met gezondheidskundige verzorging van de mens. De verrichte diensten van deze beroepsbeoefenaren moeten een gelijkwaardig kwaliteitsniveau hebben als de diensten, die worden verricht door een Wet BIG-beroepsbeoefenaar in zijn deskundigheidsgebied.
Voor een gelijkwaardig kwaliteitsniveau dient een medisch beroepsbeoefenaar te beschikken over:
- een afgeronde op zijn beroepsuitoefening gerichte gezondheidskundige HBO-Bachelor opleiding;
- een afgeronde gezondheidskundige beroepsopleiding gecombineerd met een andere op zijn beroepsuitoefening gerichte aanvullende gezondheidskundige opleiding; of
- een afgeronde gezondheidskundige beroepsopleiding gecombineerd met relevante kennis en ervaring op het gebied van zijn beroepsuitoefening.
Kinder- en jeugdpsychologen en orthopedagogen-generalist kunnen voor hun gezondheidskundige diensten de vrijstelling toepassen. Dat geldt ook voor psychologen Arbeid en Gezondheid NIP voor zover zij gezondheidskundige diensten verrichten. Dat is veelal niet het geval.Van de medisch pedicure is door Hof Arnhem-Leeuwarden vastgesteld dat de verrichte diensten kwalitatief soortgelijk zijn aan de diensten van podotherapeuten, die onder de Wet BIG vallen. Deze uitspraak heeft tot gevolg, dat de gezondheidskundige diensten van een medisch pedicure van btw zijn vrijgesteld. Diensten die geen gezondheidskundige verzorging van de mens inhouden zijn niet vrijgesteld.