Op grond van de btw-richtlijn 2006 mogen de lidstaten voor het verlenen van toegang tot shows, schouwburgen, amusementsparken en soortgelijke culturele evenementen het verlaagde tarief voor de omzetbelasting toepassen.

Het begrip 'amusementsparken' duidt op een duurzaam ingericht terrein, met verschillende voor ontspanning en vermaak bestemde installaties. Het begrip omvat de activiteiten, die door exploitanten van permanent op dezelfde plaats gevestigde attracties worden verricht en hierdoor een duurzaam karakter vertonen. In de nationale wet is de richtlijnbepaling uitgewerkt in een toepassing van het verlaagde tarief voor het verlenen van toegang tot attractieparken, speel- en siertuinen, en andere primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is het verlaagde tarief niet van toepassing op uitjes waarbij het vermaak bestaat uit het passen van trouwjurken in een daarvoor ingericht pand. Volgens het hof kan deze inrichting niet op één lijn worden gesteld met een ruimte met voor ontspanning en vermaak bestemde installaties, zoals die kenmerkend zijn voor een attractiepark, speel- of siertuin. Van dergelijke specifieke op het vermaak gerichte installaties is in dit geval geen sprake.

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL2022922, 20/00918 | 07-02-2022