Een man vraagt in de periode 2016-2019 om teruggaaf van omzetbelasting voor verschillende tijdvakken. De inspecteur wijst deze verzoeken echter af en verklaart de ingediende bezwaren niet-ontvankelijk, omdat ze te laat zouden zijn ingediend. Tijdens deze procedure hoort de inspecteur de man niet, ondanks de wettelijke hoorplicht.
De man gaat in beroep tegen deze beslissing bij de rechtbank. Op dat moment erkent de inspecteur dat hij de hoorplicht heeft geschonden. Hij stelt voor de zaak terug te laten wijzen naar hem, zodat de man alsnog kan worden gehoord. De rechtbank komt echter niet toe aan een inhoudelijke beslissing, omdat de man het griffierecht te laat heeft betaald. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Belanghebbende legt zich hier niet bij neer en dient een verzetschrift in bij de rechtbank. Hij betaalt alsnog het griffierecht en vraagt de rechtbank om de zaak formeel terug te wijzen naar de inspecteur voor een hoorzitting. De rechtbank wijst het verzet echter af en stelt dat de man geen belang meer heeft bij de procedure. De inspecteur heeft immers al toegezegd dat hij de man alsnog zal horen. In reactie hierop gaat de man in cassatie bij de Hoge Raad.
Volgens de Hoge Raad moet de eerdere uitspraak van de rechtbank op het verzet worden vernietigd. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank een onjuist uitgangspunt heeft gehanteerd door te concluderen dat de man geen belang meer had bij zijn verzet. Het is namelijk niet zo dat de inspecteur, op eigen initiatief en zonder een rechterlijke vernietiging van zijn eerdere uitspraken op bezwaar, opnieuw op die bezwaren zou kunnen beslissen. Dit is in strijd met het stelsel van de wet.
Hierdoor heeft de rechtbank ten onrechte geconcludeerd dat de toezegging van de inspecteur om alsnog een hoorzitting te houden, voldoende was om de procedure af te doen. De Hoge Raad corrigeert dit en bepaalt dat de man wel degelijk belang heeft bij een formele beoordeling door de rechter, omdat de vernietiging van de eerdere uitspraken op bezwaar noodzakelijk is om de inspecteur bevoegd te maken opnieuw te beslissen.