Iemand die al ondernemer is voor de omzetbelasting en vervolgens zonnepanelen op zijn woonhuis laat plaatsen, moet de voorbelasting op de zonnepanelen verwerken in zijn reguliere aangifte omzetbelasting. Een ondernemer, die dat niet had gedaan en jaren later een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting deed, kreeg nul op het rekest. De zonnepanelen waren in 2012 geleverd en gefactureerd. Het verzoek om teruggaaf dateerde van juli 2018. De inspecteur merkte het verzoek aan als een bezwaar tegen de voldoening van belasting op aangifte over het derde kwartaal van 2012. Dat bezwaar was niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Het bezwaar is wel in behandeling genomen als een verzoek om ambtshalve vermindering. Dit verzoek is afgewezen omdat het niet is ingediend binnen vijf jaar na het einde van het belastingjaar waarop de teruggaaf betrekking heeft.

De rechtbank wees het betoog van de ondernemer dat hij in zijn aangifte over het derde kwartaal van 2012 de aftrek van omzetbelasting voor de zonnepanelen niet heeft kunnen claimen, omdat hij toen nog geen ondernemer was in verband met de zonnepanelen, af. De rechtbank legt uit dat het recht op aftrek niet is ontstaan door het arrest Fuchs van het Hof van Justitie EU, omdat het Hof van Justitie EU het Unierecht niet maakt maar uitlegt. Dat betekent dat een exploitant van zonnepanelen ook voor dat arrest al ondernemer voor de omzetbelasting was.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20194258, BRE 19/509 | 12-12-2019