Naar aanleiding van de bevindingen van een boekenonderzoek bij een autohandelaar heeft de Belastingdienst naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd over 2015 en 2016. De administratie van de handelaar voldeed niet aan de daaraan gestelde eisen. Zo werd er geen deugdelijke kasadministratie gevoerd. Een chronologische vastlegging van inkomsten en uitgaven ontbrak, evenals een periodieke vastlegging van het kassaldo. Verkoop- en inkoopfacturen werden niet bewaard. Dat gold ook voor stortingsbewijzen van contanten. De autohandelaar bestreed niet dat zijn administratie niet voldeed.

De inspecteur heeft de niet-aangegeven omzet berekend aan de hand van:

  • aansluitingsverschillen tussen de vastleggingen en de jaarrekening;
  • geconstateerde niet-geboekte ontvangsten;
  • negatieve kasboeksaldi;
  • het resultaat van de vermogensvergelijking.

Naar het oordeel van Hof Den Haag heeft de inspecteur zijn schatting voldoende onderbouwd met de constatering dat contante stortingen op de bank zijn gedaan, met het resultaat dat is behaald met contante in- en verkopen en de negatieve kassaldi. De autohandelaar is volgens het hof niet geslaagd in het door hem te leveren bewijs dat de omzetcorrecties niet juist zijn. De schatting van de inspecteur is redelijk, aldus het hof.

Het hof is van oordeel dat de inspecteur terecht een vergrijpboete heeft opgelegd aan de autohandelaar. Hem kan grove schuld worden verweten, omdat hij niet regelmatig administratie heeft gevoerd van zijn ondernemingsactiviteiten, contante stortingen op de bank heeft gedaan waarvan hij de herkomst niet afdoende heeft kunnen verklaren en een positief resultaat heeft behaald met contante in- en verkopen. Gelet op de omvang van de aan het licht gekomen geldstromen moet de handelaar hebben geweten dat zijn aangiften omzetbelasting over 2015 en 2016 niet juist konden zijn en dat hij als gevolg daarvan voor beide jaren te weinig belasting zou betalen.

Het hof acht vergrijpboeten van 25% van de nageheven belasting passend, gelet op de aard van het vergrijp, en geboden uit een oogpunt van normhandhaving. De rechtbank heeft de vergrijpboeten naar het oordeel van het hof ten onrechte vernietigd.

Het hof heeft het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ongegrond verklaard.

Bron: Gerechtshof Den Haag | jurisprudentie | ECLINLGHDHA20241046, BK-23/505, BK-23/506, BK-23/521 en BK-23/522 | 04-06-2024