Het lage tarief van de omzetbelasting is van toepassing op het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen. Volgens de wetsgeschiedenis is geen enkele culturele prestatie uitgesloten van de toepassing van het verlaagde tarief. In een besluit van de staatssecretaris van Financiën uit 2014 is opgenomen dat een voorwaarde voor de toepassing van het lage tarief is dat voor de optredens aparte toegangsbewijzen worden verstrekt. Het lage tarief is niet van toepassing op het verlenen van toegang tot bijvoorbeeld een discotheek of buitenterrein, waarbij het optreden van artiesten een ondergeschikte betekenis heeft en daarvoor geen afzonderlijke prijs in rekening wordt gebracht.

Muziekfestivals en danceparty’s, waarbij dj's en/of live-muzikanten optreden vallen wel onder het verlaagde tarief.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is het verlenen van toegang tot een danceclub te vergelijken met toegang tot een danceparty. Gedurende de openingstijd van de danceclub vonden afwisselende optredens plaats. Niet van belang is dat een deel van de avond wordt verzorgd door minder bekende artiesten of dj’s. Op alle entreegelden voor de danceclub is het verlaagde tarief van toepassing. Dat geldt ook voor de voor gebruik van de garderobe berekende bedragen, omdat de garderobe een bijkomende prestatie is.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20209475, 19/01372 | 09-11-2020