Op 18 februari 2020 heeft de Raad van de Europese Unie de Richtlijn kleineondernemersregeling vastgesteld. Deze richtlijn schrijft voor, dat de lidstaten per 1 januari 2025 de mogelijkheid hebben ingevoerd voor een ondernemer om de kleineondernemersregeling (KOR) in een andere lidstaat toe te passen. De richtlijn beoogt de nalevingskosten voor kleine ondernemers te beperken, hun groei te bevorderen en de grensoverschrijdende handel te ontwikkelen. De staatssecretaris van Financiën heeft een conceptwetsvoorstel ter consultatie gelegd. Dit wetsvoorstel voorziet in de implementatie van deze richtlijn in Nederland.

Zowel de huidige als de nieuwe KOR is een vrijstellingsregeling, waarbij de kleine ondernemer geen BTW verschuldigd is over zijn handelingen, maar ook geen recht op aftrek van BTW heeft. De in 2020 vernieuwde Nederlandse KOR blijft grotendeels gehandhaafd. Voor de Nederlandse ondernemer, die uitsluitend in Nederland opereert, zal dit wetsvoorstel materieel weinig veranderingen brengen.

Van de huidige KOR kunnen alleen in Nederland gevestigde ondernemers gebruik maken. De toepassing van de vrijstelling is beperkt tot handelingen die in Nederland belastbaar zijn. De implementatie van de richtlijn KOR brengt hier verandering in. Ook voor de Europese KOR geldt dat kwalificerende ondernemers kunnen kiezen of zij de regeling willen toepassen. Deze keuze kunnen ondernemers voor elke lidstaat afzonderlijk maken. Niet van belang is of de ondernemer de KOR toepast in de lidstaat van vestiging. Wel dient de ondernemer met handelingen in de lidstaten waar hij de KOR wil toepassen onder de daar geldende omzetdrempels te blijven. De jaaromzet in de gehele EU dient onder de grens van € 100.000 te blijven om in een andere lidstaat gebruik te kunnen maken van de KOR. Nederlandse ondernemers van wie de jaaromzet in Nederland onder de nationale omzetdrempel van € 20.000 ligt, kunnen de KOR in Nederland blijven toepassen, ongeacht de hoogte van hun totale jaaromzet. Het kabinet kiest ervoor de huidige omzetdrempel van € 20.000 te handhaven.

Het wetsvoorstel codificeert voor zeer kleine ondernemers de ontheffing van de aanmeldverplichting voor de KOR. De maximale jaaromzet voor een zeer kleine ondernemer in Nederland bedraagt € 1.800. De huidige minimale toepassingsperiode voor de KOR van drie jaar vervalt. Na ingang van de KOR geldt een minimale opzegtermijn van vier weken, voorafgaand aan een belastingtijdvak.

Een Nederlandse ondernemer, die de KOR opzegt of de omzetdrempel overschrijdt, kan de KOR in de drie volgende kalenderjaren niet toepassen. In het geval van opzegging wordt toepassing van de KOR uitgesloten vanaf het kalenderkwartaal van beëindiging gedurende de rest van dat kalenderjaar, alsmede in het daaropvolgende kalenderjaar. Volgens het wetsvoorstel wordt ook een ondernemer, die de KOR niet toepast, daarvan uitgesloten als hij in het voorafgaande kalenderjaar de omzetdrempel heeft overschreden.

Belangstellenden kunnen tot 20 januari 2022 op de internetconsultatie reageren.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 08-12-2021