Het Hof van Justitie EU heeft de vraag of het opladen van elektrische voertuigen bij een laadstation een levering of een dienst vormt voor de omzetbelasting beantwoord. Volgens Het Hof van Justitie EU gaat het om een samengestelde prestatie, bestaande uit de levering van elektriciteit, het ter beschikking stellen van laadapparatuur en het bieden van technische ondersteuning. De overdracht van elektriciteit vormt volgens het Hof van Justitie EU vanuit de modale consument bezien het kenmerkende en overheersende element. De btw-richtlijn beschouwt de overdracht of overgang van de macht om als een eigenaar over een lichamelijke zaak te beschikken als een levering van goederen. Elektriciteit, gas, warmte of koude en soortgelijke zaken worden in de richtlijn met lichamelijke zaken gelijkgesteld. Dit betekent dat de samengestelde prestatie kwalificeert als de levering van een goed.
Aan de conclusie dat de levering van elektriciteit het doorslaggevende element van de prestatie is, wordt niet afgedaan door het feit dat de vergoeding ook betrekking heeft op het parkeren tijdens het laden.