In Nederland gevestigde ondernemers voor de omzetbelasting, die in voldoende mate financieel, organisatorisch en economisch met elkaar zijn verweven, worden aangemerkt als een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Voor financiële verwevenheid geldt als eis dat de meerderheid van de aandelen in elk van de vennootschappen en daarmee de zeggenschap in dezelfde handen is. Voor organisatorische verwevenheid is vereist dat de vennootschappen onder een gezamenlijke leiding staan of dat de leiding van de ene vennootschap ondergeschikt is aan de leiding van de andere vennootschap. Voor economische verwevenheid geldt als eis dat de vennootschappen hetzelfde economische doel nastreven of dat een van de betrokken vennootschappen activiteiten hoofdzakelijk ten behoeve van een of meer van de andere vennootschappen verricht.

De vraag in een procedure voor de rechtbank was of een fiscale eenheid bestond tussen een ziekenhuis en de gezamenlijke dochtermaatschappij van het ziekenhuis en een schoonmaakbedrijf. Het ondernemerschap van beide vennootschappen stond niet ter discussie, evenmin als de economische verwevenheid.

Volgens de rechtbank volgt uit het feit dat het ziekenhuis 51% van de aandelen en daarmee de zeggenschap in de dochtermaatschappij had, dat is voldaan aan de eis van financiële verwevenheid. Naast deze formele zeggenschap is niet vereist dat de financiële relatie tussen het ziekenhuis en de dochtermaatschappij van dien aard is dat door gebruikmaking van die zeggenschap de financiële posities van beide vennootschappen in een gewenste onderlinge verhouding kunnen worden gebracht. Deze eis is alleen relevant bij de beoordeling van de financiële verwevenheid tussen lichamen die geen in aandelen verdeeld kapitaal hebben.

Volgens de rechtbank verkeerde de leiding van de dochtermaatschappij niet in een feitelijke positie van ondergeschiktheid ten opzichte van het ziekenhuis. De rechtbank baseerde dat oordeel op de in de akte van oprichting van de dochtermaatschappij opgenomen lijst van bestuursbesluiten waarvoor goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders is vereist en de voor besluiten van de van deze vergadering vereiste twee-derde meerderheid. Het ziekenhuis was daarvoor afhankelijk van de medewerking van het schoonmaakbedrijf als andere aandeelhouder. Aan de organisatorische verwevenheid was niet voldaan.

Daarmee was ook niet voldaan aan de vereisten voor een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20213550, BRE 18/1959 | 12-07-2021