De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit uit 2020 over het recht op aftrek van in rekening gebrachte omzetbelasting gewijzigd. Aan het besluit is een paragraaf met aanwijzingen over de aftrek van omzetbelasting, begrepen in kosten die verband houden met het verwerven, uitgeven, houden en verkopen van aandelen toegevoegd. In verband met de wijziging wordt een besluit uit 2004 over de heffing van omzetbelasting met betrekking tot de verkoop van aandelen ingetrokken.

In verband met het verwerven, uitgeven, houden en verkopen van aandelen kan aan een ondernemer btw in rekening worden gebracht of naar hem worden verlegd. Die btw is aftrekbaar als de afgenomen diensten betrekking hebben op belastbare prestaties van de ondernemer of aan vrijgestelde prestaties die recht geven op aftrek. Handelingen inzake aandelen vallen binnen de werkingssfeer van de btw:

  • als de ondernemer zich direct of indirect mengt in het beheer van de vennootschap, waarin hij aandelen houdt. De aandelen hoeven geen meerderheidsbelang te vormen;
  • als de aandelen een rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk van de economische activiteit van de ondernemer vormen; of
  • als de ondernemer bedrijfsmatig handelt in aandelen en andere effecten.

Het enkele verwerven en houden van aandelen vormt geen economische activiteit. Dat geldt ook voor de verkoop en overdracht van die aandelen. Die handelingen vallen buiten de werkingssfeer van de btw. In rekening gebrachte btw, die daarop betrekking heeft, is niet aftrekbaar.

Voor de bepaling van de omvang van het recht op aftrek is van belang of de kosten directe kosten of algemene kosten vormen. Directe kosten hangen rechtstreeks en onmiddellijk samen met de handeling van de ondernemer met betrekking tot de aandelen. Ontbreekt die samenhang, dan kunnen de kosten tot de algemene kosten van de ondernemer behoren. Dergelijke kosten hebben een rechtstreekse en onmiddellijke samenhang met de gehele economische activiteit van de ondernemer.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | nr. 2024-13975, Staatscourant 2024, Nr. 38540 | 09-12-2024