Rechtbank Den Haag heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin een aannemer naheffingsaanslagen omzetbelasting en een vergrijpboete opgelegd had gekregen. De aannemer schakelde onderaannemers in die aanzienlijke btw-bedragen niet hadden aangegeven of onterecht hadden teruggevraagd. De Belastingdienst voerde in 2014 een boekenonderzoek uit en gaf aan dat de door de aannemer geclaimde btw onder voorwaarden geaccepteerd werd. In 2017 volgde een nieuw onderzoek, waarna alsnog naheffingsaanslagen en een boete werden opgelegd.

De aannemer voerde aan dat er bij haar een gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt op basis van het eerdere onderzoek en de toezegging dat de verleggingsregeling buiten toepassing mocht worden gelaten voor de bedragen die tot de datum van het rapport door onderaannemers aan eiseres in rekening waren gebracht.

De Belastingdienst voerde nog aan dat Unierecht dit vertrouwen niet zou beschermen, maar de rechtbank wees dat argument van de hand. Volgens de rechtbank mocht de aannemer vertrouwen op de eerdere toezeggingen en was er geen sprake van een situatie waarin de wetgeving dermate werd geschonden dat het vertrouwen niet mocht worden gehonoreerd.

Bron: Rechtbank Den Haag | ECLI:NL:RBDHA:2024:22321 Tue, 10 Dec 2024 00:00:00 +0100