Geen recht op aftrek voorbelasting

Een ondernemer voor de omzetbelasting heeft recht op aftrek van de omzetbelasting die door andere ondernemers ter zake van leveringen en diensten aan hem in rekening is gebracht. Voorwaarde is dat de ondernemer de geleverde goederen en diensten gebruikt voor btw-belaste handelingen. De ondernemer dient te kunnen bewijzen dat aan de voorwaarden voor het recht op aftrek is voldaan. Een van die voorwaarden is dat de in rekening gebrachte kosten rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met het jegens een ander verrichten van een prestatie onder bezwarende titel, die niet is vrijgesteld van omzetbelasting.

Een fiscale eenheid voor de omzetbelasting heeft in een periode van minder dan twee jaar elf verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting gedaan. De betreffende facturen waren door de fiscale eenheid opgesteld en omvatten zowel leveringen aan als leveringen door de fiscale eenheid. Alle transacties betroffen dezelfde vier partijen. Met deze partijen waren overeenkomsten van verrekening opgesteld. Betaling van de facturen vond plaats door middel van verrekening. De rechtbank Den Haag is van oordeel heeft de fiscale eenheid tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat andere ondernemers aan de fiscale eenheid leveringen hebben verricht. Volgens de inspecteur bedroeg de door de vier ondernemers in de betreffende periode verantwoorde btw maar een fractie van de btw, die op basis van de facturen had moeten worden verantwoord. Eén van de vier ondernemers is kort na de laatste transactie met de fiscale eenheid ontbonden. Van de andere drie is het btw-identificatienummer ingetrokken. Daarnaast waren bij de vier ondernemers ten dele dezelfde natuurlijke personen betrokken. Dat alles leverde een vermoeden van btw-fraude op.

De rechtbank heeft de beroepen van de fiscale eenheid ongegrond verklaard.

Bron: Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLINLRBDHA202418624, SGR 23/2304 t/m SGR 23/2314 | 08-07-2024

Over de auteur:

Henk Jan studeerde fiscaal recht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij is een eigenwijze gepassioneerde specialist met een geheel eigen aanpak. Recht door zee, to the the point en analytisch sterk. Henk Jan heeft ruime ervaring in de BTW-praktijk en heeft in 2006 BTW Nederland opgericht.

Geen recht op aftrek voorbelasting

Een ondernemer heeft recht op aftrek van de omzetbelasting die aan hem door andere ondernemers in rekening is gebracht voor prestaties, die de ondernemer gebruikt voor belaste handelingen. De bewijslast, dat aan de voorwaarden voor het recht op aftrek is voldaan, ligt bij de ondernemer. Dat geldt ook voor de voorwaarde dat de in rekening gebrachte kosten rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met het door de ondernemer verrichten onder bezwarende titel van niet vrijgestelde prestaties. Het Hof van Justitie EU heeft nadere uitleg gegeven over het aftrekrecht.

Een procedure voor de rechtbank Gelderland betrof een stichting, die zich bezighoudt met de bevordering van een duurzame palingsector. De stichting exploiteert in dat kader een duurzaamheidskeurmerk. Partijen zijn het eens dat de door een stichting ontvangen gebruiksrechtvergoedingen voor het keurmerk aan de heffing van omzetbelasting zijn onderworpen. De vraag was of de stichting recht heeft op aftrek van de voorbelasting op de kosten van door haar verrichte promotionele activiteiten. Voor deze activiteiten heeft de stichting geen tegenprestatie bedongen. De promotionele activiteiten zijn niet aan de heffing van omzetbelasting onderworpen. Voor het recht op aftrek is dan vereist dat de promotionele activiteiten objectief verband houden met de exploitatie van het keurmerk. Dat heeft de rechtbank niet kunnen afleiden uit de door de stichting overgelegde bescheiden.

De tweede vraag was of de stichting recht op aftrek heeft van de voorbelasting op kosten voor wetenschappelijke onderzoeken. De stichting heeft niet duidelijk gemaakt wat de aard is van de ingekochte prestaties. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat de stichting in het kader van de wetenschappelijke onderzoeken diensten onder bezwarende titel heeft verricht. Deze handelingen moeten daarom worden geacht buiten de werkingssfeer van de omzetbelasting te vallen, waarvoor in beginsel geen recht op aftrek bestaat. Ook voor deze kosten is niet onderbouwd dat er een objectief verband bestaat met de exploitatie van het keurmerk.

De stichting voerde aan dat alles wat zij doet samenhangt met de exploitatie van het keurmerk. Om die reden zou de stichting recht hebben op aftrek van alle voorbelasting. De rechtbank volgt dat standpunt niet. De exploitatie van het keurmerk door de stichting is geen doel op zich, maar een middel om haar in de statuten verwoorde doelstellingen te realiseren. Daarvan uitgaande vindt de rechtbank niet aannemelijk dat de uitgaven voor het wetenschappelijk onderzoek en de promotionele activiteiten zijn gedaan ten behoeve van de exploitatie van het keurmerk. Het wetenschappelijk onderzoek en de promotionele activiteiten kunnen ook zijn gedaan om de doelstelling rechtstreeks te realiseren. De opbrengsten van het keurmerk worden aangewend om het wetenschappelijk onderzoek, de promotionele activiteiten en andere activiteiten die verband houden met de doelstellingen van de stichting te financieren. In dat geval is geen sprake van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de voor het wetenschappelijk onderzoek en de promotionele activiteiten ingekochte prestaties en een belaste handeling of de algehele economische activiteit.

Bron: Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLINLRBGEL20232558, ARN 21/3271, 21/3273, 21/3318, 21/3320, 21/3321 en 21/3324 tot en met 21/3328 | 27-03-2023

Over de auteur:

Henk Jan studeerde fiscaal recht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij is een eigenwijze gepassioneerde specialist met een geheel eigen aanpak. Recht door zee, to the the point en analytisch sterk. Henk Jan heeft ruime ervaring in de BTW-praktijk en heeft in 2006 BTW Nederland opgericht.
Ga naar de bovenkant