Bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken is overdrachtsbelasting verschuldigd. Het tarief van deze belasting bedraagt 10,4%. Voor de verkrijging door een natuurlijke persoon van een woning, die bestemd is als eigen hoofdverblijf, geldt een tarief van 2%. De verkrijger dient voorafgaand aan de verkrijging duidelijk, stellig en zonder voorbehoud schriftelijk te verklaren dat hij de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken. De schriftelijke verklaring is onderdeel van de aangifte overdrachtsbelasting.
De staatssecretaris van Financiën heeft in een beleidsbesluit een goedkeuring gegeven voor de situatie waarin bij de verkrijging geen beroep op het verlaagde tarief is gedaan of de vereiste verklaring ontbrak. Dit kan worden hersteld door tijdig bezwaar te maken tegen de voldoening op aangifte of tegen een opgelegde naheffingsaanslag.
De belanghebbende in een procedure voor de Rechtbank Noord-Nederland heeft op 28 juni 2021 een recreatiewoning verworven, die permanent mag worden bewoond. De belanghebbende bewoont de woning permanent. Bij de akte van levering is geen schriftelijke verklaring gevoegd van het voorgenomen gebruik als hoofdverblijf. De notaris heeft aangifte overdrachtsbelasting gedaan naar het destijds geldende normale tarief van 8% van de verkrijgingsprijs. De accountant van de belanghebbende heeft op 7 juni 2022 verzocht om vermindering van de op aangifte voldane overdrachtsbelasting. De inspecteur heeft dit verzoek aangemerkt als een bezwaar tegen de voldoening op aangifte. Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Ambtshalve heeft de inspecteur beoordeeld dat de belanghebbende geen recht heeft op vermindering van de op aangifte voldane overdrachtsbelasting.
De belanghebbende is, onder verwijzing naar het beleidsbesluit van de staatssecretaris, van mening dat de inspecteur het bezwaar onterecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De in het besluit genoemde termijn van zes weken is onevenredig en willekeurig, gezien de gevolgen voor de belanghebbende.
De rechtbank is van oordeel dat de goedkeuring in het besluit geen rol speelt bij de vraag of het bezwaarschrift verschoonbaar te laat is ingediend. De goedkeuring in het besluit is niet gegeven voor gevallen waarin de bezwaartermijn niet verschoonbaar is overschreden. Het beroep van de belanghebbende op het besluit kan nergens toe leiden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De inspecteur heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.