Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel ter implementatie van de Europese richtlijn kleineondernemersregeling (KOR) in behandeling. De staatssecretaris van Financiën gaat in de Nota naar aanleiding van het Verslag in op vragen van de diverse fracties in de Kamer. Belangrijkste aanpassing is dat ondernemers de KOR ook in andere lidstaten dan het land van vestiging kunnen toepassen. Dat geldt vanaf 1 januari 2025. Met ingang van die datum staat de richtlijn alleen een omzetgerelateerde vrijstellingsregeling toe. Dan kunnen ondernemers ook de KOR die andere lidstaten hebben toepassen. Op dit moment kent alleen Spanje een afwijkende regeling in de vorm van een degressieve verminderingsregeling. De andere landen hanteren reeds een omzetgerelateerde vrijstellingsregeling. Op grond van de richtlijn is toepassing van de KOR facultatief.
De in de Nederlandse wet opgenomen omzetdrempel van € 20.000 voor toepassing van de KOR wordt voorlopig niet aangepast. Wellicht geeft de in 2026 uit te voeren evaluatie aanleiding tot aanpassing van de omzetdrempel.
Voor een in Nederland gevestigde ondernemer, die uitsluitend in Nederland opereert, wijzigt niet veel door het wetsvoorstel. De minimumtermijn voor deelname aan de KOR vervalt. De termijn waarbinnen toepassing van de regeling niet is toegestaan na vrijwillige uittreding of drempeloverschrijding wordt verkort. De registratiedrempel voor ondernemers wordt in de wet opgenomen. Deze bedraagt een jaaromzet van maximaal € 2.200.
Een marge om bij een incidentele overschrijding de KOR te kunnen blijven toepassen komt er niet.