In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) betreffende de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor een startende ondernemer. Volgens het CBb heeft RVO.nl de aanvraag van deze startende ondernemer over het vierde kwartaal van 2020 ten onrechte afgewezen vanwege een ontbrekende referentieperiode. De minister van EZK kan niet aangeven in hoeveel gevallen een aanvraag is afgewezen wegens het ontbreken van de referentieperiode.

De uitspraak van het CBb verplicht niet tot het herzien van eerder genomen besluiten op aanvragen en beslissingen op bezwaar. Het is niet mogelijk om onverplicht met terugwerkende kracht deze beschikkingen te herzien of om de TVL voor het vierde kwartaal van 2020 opnieuw open te stellen. Door het eindigen van de Tijdelijke Kaderregeling is het niet mogelijk om steun te verlenen na 1 juli 2022. De minister wijst erop dat de TVL-regeling onder hoge druk en snelheid tot stand is gekomen. Hierdoor is niet altijd ruimte voor maatwerk geweest.

Tegen ongeveer 3% van de TVL-besluiten is bezwaar aangetekend. Op een totaal van ruim 855.000 besluiten op aanvragen en vaststelling zijn er:

  • 3.873 bezwaarzaken in behandeling;
  • 21.254 bezwaarzaken afgehandeld;
  • 1.350 beroepzaken in behandeling; en
  • 662 beroepzaken afgehandeld. De ondernemer is in 69 van deze procedures in het gelijk gesteld.
Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | publicatie | DGBI-TOP / 22527883 | 11-12-2022