De toepasselijkheid van vrijstellingen en van het verlaagde tarief in de omzetbelasting dient strikt te worden uitgelegd, omdat vrijstellingen en het lage tarief afwijkingen vormen van het uitgangspunt dat omzetbelasting wordt geheven naar het algemene tarief over elke dienst of levering die een ondernemer onder bezwarende titel verricht.
Voor de verbouwing van twee bij een boerderij behorende schuren werd over de arbeidscomponent van het factuurbedrag het lage tarief aan omzetbelasting in rekening gebracht. Dat tarief is tijdelijk van toepassing geweest op de arbeidscomponent van herstel- en renovatiewerkzaamheden aan woningen. De vraag was of de schuren op het moment van aanvang van de werkzaamheden als woning kwalificeerden. Het begrip woning moet volgens de rechtbank worden uitgelegd als een gebouw dat naar zijn aard bestemd is voor bewoning. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat de schuren op het moment van aanvang van de werkzaamheden naar hun aard bestemd waren als (bijgebouw van) een woning. De schuren zijn met een bedrijfsmatig doel gebouwd en als zodanig ingericht. Het feit dat de schuren enige tijd als opslag bij de woning zijn gebruikt en daarmee een woonbestemming kregen, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de aard van de gebouwen in objectieve zin is veranderd.
De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit opgenomen dat panden, die deels als woning en deels als bedrijfspand worden gebruikt, in hun geheel als woning mogen worden aangemerkt mits die panden voor meer dan 50% voor particuliere bewoning worden gebruikt. Bij een lager percentage dan 50 mocht het deel dat voor particuliere bewoning wordt gebruikt voor de toepassing van het lage tarief worden afgesplitst. In deze casus stond vast dat het pand als geheel voor minder dan 50% voor bewoning werd gebruikt. Op de arbeidskosten van de verbouwing van de schuren was het algemene tarief van toepassing.