Met ingang van 1 januari 2013 is de vrijstelling van omzetbelasting niet langer van toepassing op de diensten van beoefenaren van een niet in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg geregeld (para)medisch beroep.
Een zelfstandige voetreflexzonetherapeut heeft met ingang van het eerste kwartaal van 2013 omzetbelasting op aangifte voldaan. Op 26 april 2013 stuurde de therapeut een bezwaarschrift tegen de aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2013. Uit een arrest van de Hoge Raad uit 2015 volgt dat de vrijstelling van omzetbelasting wel van toepassing is op de diensten van een voetreflexzonetherapeut. Bij brief van 30 november 2015 heeft de therapeut alsnog bezwaar gemaakt tegen de voldoening van omzetbelasting over het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2013 en over de vier kwartalen van 2014. Deze bezwaren zijn te laat ingediend. De termijnoverschrijding was niet verschoonbaar.
Volgens de Hoge Raad kan een belastingplichtige zich op verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding beroepen indien een rechtsmiddelenclausule ontbreekt. Dat is het geval bij de voldoening van belasting op aangifte. Dit beroep faalt echter als kan worden aangenomen dat de belastingplichtige wist dat hij binnen zes weken bezwaar had moeten maken tegen iedere voldoening op aangifte. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden had het de voetreflextherapeut na de brief, waarin de ontvangst van zijn eerste bezwaarschrift werd bevestigd, duidelijk moeten zijn geweest dat het bezwaarschrift alleen betrekking had op het eerste kwartaal van 2013. De therapeut had daarna zo snel mogelijk bezwaar moeten maken tegen de voldoeningen over de overige tijdvakken. Aan die eis voldeed de brief van 30 november 2015 niet. Van een verschoonbare termijnoverschrijding was geen sprake.