De levering van bestaande onroerende zaken is onderworpen aan de heffing van overdrachtsbelasting. De levering van nieuw gebouwde onroerende zaken en van bouwgrond is vrijgesteld van overdrachtsbelasting maar belast met omzetbelasting. Nieuw gebouwde onroerende zaken zijn zaken die worden geleverd voor, op of uiterlijk twee jaar na de eerste ingebruikneming.

De vraag in een procedure voor Hof Den Bosch was of de levering van een oud, te slopen bedrijfspand een bestaande onroerende zaak of een bouwterrein betrof. Volgens de Hoge Raad moet bij de beantwoording van deze vraag niet alleen gelet worden op de contractuele bepalingen, maar ook op omstandigheden voorafgaand aan en ten tijde van de levering zoals de intentie van partijen.

Uit de koopovereenkomst bleek dat verkoper en koper aanvankelijk het standpunt innamen dat sprake was van een niet met omzetbelasting belaste levering. Uit een aanvulling op de koopovereenkomst werd duidelijk dat de bedoeling van de koper was om het pand te slopen en nieuw- of vernieuwbouw te plegen. De kosten van deze werkzaamheden kwamen voor rekening van de koper. Voor de levering was al begonnen met slopen. Het hof was van oordeel dat de levering van de onroerende zaak het oude bedrijfspand tot voorwerp had.

Het hof merkt op dat de omstandigheid dat verkoper en koper meenden dat op het tijdstip van de levering een nieuwe onroerende zaak was ontstaan niet doorslaggevend is voor de kwalificatie van de levering. De levering was vrijgesteld van omzetbelasting en belast met overdrachtsbelasting. Naar het oordeel van het hof heeft de inspecteur terecht een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd.

Bron: Hof Den Bosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE20193474, 18/00574 | 28-11-2019