Overheidsinstanties hebben recht op een bijdrage uit het btw-compensatiefonds voor de omzetbelasting die ondernemers in rekening hebben gebracht voor leveringen en diensten, voor zover deze niet voor de onderneming van de instantie worden gebruikt. Er bestaat geen recht op compensatie voor de omzetbelasting die in rekening is gebracht voor goederen en diensten die door de instantie worden verstrekt, verleend of ter beschikking gesteld aan een of meer individuele derden.

Uit de totstandkomingsgeschiedenis van de Wet op het btw-compensatiefonds volgt dat de bedoeling is om compensatie uit te sluiten als de compensatiegerechtigde als intermediair optreedt tussen leverancier of dienstverlener en de uiteindelijke gebruiker of verbruiker. De uitsluiting van compensatie geldt niet voor prestaties die de compensatiegerechtigde ten behoeve van zijn eigen organisatie afneemt of voor prestaties die de compensatiegerechtigde doorgeeft aan de collectiviteit van inwoners in de vorm van een gemeenschapsvoorziening.

Volgens de Hoge Raad kan uit de totstandkomingsgeschiedenis van de wet niet worden afgeleid dat compensatie van omzetbelasting is uitgesloten in alle gevallen waarin de afgenomen goederen en diensten feitelijk door een of meer individuele derden worden gebruikt. Wanneer een compensatiegerechtigde in de uitvoering van een hem wettelijk opgedragen taak goederen of diensten afneemt die door een of meer individuele derden feitelijk worden gebruikt, is het recht op compensatie alleen uitgesloten als daarmee in overheersende mate het individuele belang van die derden wordt gediend. In dergelijke gevallen zijn die derden aan te merken als eindverbruiker en vervult de compensatiegerechtigde slechts de rol van intermediair. Dat doet zich niet voor als die derden volgens de wet verplicht zijn om van de door de compensatiegerechtigde aangeboden goederen of diensten gebruik te maken en de compensatiegerechtigde aan een weigering daaraan mee te werken negatieve gevolgen voor die individuele derden kan verbinden, zoals bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand. De goederen en diensten zijn dan afgenomen in het belang van de eigen organisatie of in het collectieve belang. De compensatiegerechtigde zelf is dan de eindverbruiker van de goederen of de diensten.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20201273, 18/03223 | 30-07-2020