In deze bijzondere tijden kan het nodig zijn om buiten de bestaande generieke steunmaatregelen bedrijfsspecifieke steun te verlenen. De ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën hebben het afwegingskader voor bedrijfsspecifieke steun aan de Tweede Kamer voorgelegd. De ministers zijn van mening dat het rijk in uitzonderlijke gevallen moet bijspringen om bedrijven overeind te houden. Het gaat om gevallen waarin het publieke belang de directe ondernemingsbelangen overstijgt. Omdat er geen standaardrecept bestaat voor alle uitzonderlijke gevallen kunnen aan het afwegingskader geen verwachtingen, aanspraken of rechten door derden worden ontleend.

Volgens de ministers gelden voor het verlenen van steun aan een individueel bedrijf buiten de algemene regelingen strenge criteria. Het bedrijf moet in de kern gezond zijn en van strategisch economisch of maatschappelijk belang zijn. Het belang van steun aan een individuele onderneming zal worden afgewogen tegen de risico’s en kosten voor de overheid en het belang van de samenleving. Directe belanghebbenden bij het bedrijf moeten zoveel mogelijk bijdragen aan de oplossing van de problemen. Belanghebbenden zijn eigen- en vreemdvermogensverschaffers, leveranciers, (top)management en verhuurders.

Vervolgens zal worden beoordeeld of sprake is van een liquiditeits- of solvabiliteitsprobleem. Bij de keuze voor een oplossingsrichting telt het potentieel voor de overheid om mee te delen in de voordelen van toekomstig herstel mee. Overheidssteun aan individuele bedrijven is altijd tijdelijk van aard.

Overheidssteun betekent in de regel dat het bedrijf geen dividenden mag uitkeren, geen bonussen mag betalen, geen eigen aandelen inkoopt en geen ruime ontslagvergoedingen betaalt aan leden van de Raad van Bestuur. Bovendien wordt van bedrijven expliciet verwacht dat zij zich houden aan het in Nederland gangbare Rijnlandse model, waarin langetermijnwaardecreatie centraal staat en de belangen van betrokkenen bij de onderneming worden meegewogen. Indien nodig kunnen aanvullende voorwaarden gesteld worden.

Bron: Ministerie van Economische Zaken | publicatie | CE-AEP / 20119930 | 07-05-2020