De staatssecretaris van Financiën heeft het besluit betreffende de onderwijsvrijstelling in de omzetbelasting gewijzigd. Het onderdeel over de reikwijdte van de onderwijsvrijstelling bij samenwerkende onderwijsinstellingen is uit het besluit gehaald en opgenomen in een afzonderlijk besluit. Dit is het gevolg van het op 22 januari 2016 door de Hoge Raad gewezen VAVO-arrest. In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat, in de situatie dat twee onderwijsinstellingen in samenwerking vrijgesteld onderwijs aanboden, onderwijsondersteunende diensten onderdeel kunnen zijn van de btw-vrijgestelde onderwijsprestatie die iedere onderwijsinstelling verricht in het kader van de samenwerking. Het arrest ziet op de toepassing van het leerstuk ‘eenheid van prestatie’. In het nieuwe besluit wordt nader ingegaan op de reikwijdte van het arrest. De toepassing van het leerstuk ‘eenheid van prestatie’ is niet beperkt tot de onderwijssector.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2019 nr. 49313 | 12-09-2019