Voor de heffing van omzetbelasting worden verschillende prestaties die door een ondernemer ten behoeve van dezelfde afnemer worden verricht afzonderlijk beoordeeld. Onder omstandigheden kunnen de verschillende handelingen als één enkele prestatie worden aangemerkt. Dat doet zich voor wanneer deze handelingen zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij één ondeelbare economische prestatie vormen. Ook worden verschillende handelingen als één samengestelde prestatie beschouwd wanneer het gaat om een hoofdprestatie met een of meer bijkomende prestaties, die het fiscale lot van de hoofdprestatie delen.

De exploitant van een vakantiepark bood zijn gasten tegen betaling van een afzonderlijke vergoeding toegang tot het internet. In 2014 en 2015 bedroeg de vergoeding € 1,50 per dag. Tot en met 31 mei 2015 gaf de exploitant over deze vergoeding omzetbelasting aan naar het lage tarief. Vanaf juni werd belasting naar het normale tarief aangegeven. De inspecteur legde een naheffingsaanslag op, uitgaande van het normale tarief omzetbelasting.

In geschil in een procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden was of de verstrekking van de internetverbinding opging in het grotere geheel van de verstrekking van logies op het vakantiepark. Het hof stelde vast dat een gast de verbinding niet standaard kreeg aangeboden maar voor de duur van zijn verblijf moest bestellen. Gelet op het feit dat er een aparte vergoeding in rekening werd gebracht en dat niet alle gasten van deze mogelijkheid gebruik maakten, merkte het hof de verstrekking van de internetverbinding aan als een aparte prestatie. Daarop was het algemene tarief van toepassing.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20192892, 18/00204 en 18/00205 | 17-04-2019