Een zuivere holding, dat is vennootschap met geen ander doel dan het houden van aandelen in andere vennootschappen, is geen ondernemer voor de omzetbelasting. Dat betekent dat een zuivere holding ook geen recht op aftrek van voorbelasting heeft. Dit is anders wanneer de holding zich direct of indirect bemoeit met het beheer van de vennootschappen waarin wordt deelgenomen, bijvoorbeeld in de vorm van administratieve, financiële of technische diensten. Dat zijn economische activiteiten waarbij omzetbelasting in rekening gebracht moet worden. Aan economische activiteiten voorafgaande handelingen worden aan deze activiteiten toegerekend. Dat geldt ook als het blijft bij het voornemen om dergelijke activiteiten te ontplooien.

Volgens het Hof van Justitie EU is een vennootschap die voorbereidende handelingen verricht in het kader van een voorgenomen verwerving van aandelen met de bedoeling zich actief te mengen in het beheer van de overgenomen vennootschap ondernemer voor de omzetbelasting. Dat betekent dat de vennootschap in beginsel recht heeft op aftrek van voorbelasting. Het recht op aftrek waarborgt een neutrale fiscale belasting van economische activiteiten, mits deze zelf aan omzetbelasting zijn onderworpen. Wanneer een ondernemer goederen of diensten gebruikt voor vrijgestelde handelingen of voor handelingen die buiten de werkingssfeer van de btw vallen, is er geen recht op aftrek van voorbelasting. De omzetbelasting op goederen of diensten die deels voor belaste prestaties en deels voor vrijgestelde of niet-economische activiteiten worden gebruikt, kan slechts gedeeltelijk in aftrek worden gebracht.

Het Hof van Justitie EU heeft geoordeeld dat de vennootschap het recht heeft om de voorbelasting over de uitgaven voor adviesdiensten in het kader van een openbaar overnamebod integraal af te trekken, ook al is vast komen te staan dat de voorgenomen economische activiteit niet van de grond is gekomen.

Bron: Hof van Justitie EU | jurisprudentie | C 249/17 | 05-12-2018